Wat gebeurt er in geestelijke begeleiding?

Binnen en buiten de kerk is er een groeiende vraag naar spiritualiteit en geestelijk leven. Geestelijke begeleiding (Spiritual Direction of Spiritual Guiding) is een eigentijdse vorm van begeleiding op de geestelijke weg met eeuwenoude wortels. In de begeleiding wordt aandacht gegeven aan het leven in relatie met God, het bewust worden van de diepste eigenheid van mensen en van Gods werking in hun bestaan. In dat perspectief kan alles wat speelt in het dagelijkse leven en geloven van de begeleide aan de orde komen. Een kernfunctie daarbij is het helpen onderscheiden waarop het aankomt. Uitgangspunt is het besef dat de Geest de eigenlijke begeleider is.

 

Het begin: verkenning van de vraag, het verlangen

 

Het contact met de geestelijk begeleider begint met een oriënterende ontmoeting:

 

- kennismaking tussen begeleide en begeleider,

- verkennen van de vraag, het verlangen vanwaaruit de begeleide naar begeleiding zoekt,

- afstemmen van de verwachtingen t.a.v. het traject van de begeleiding,

- informatie over de aard en inhoud van de begeleiding en de mogelijke werkvormen,

- afspraken maken over het vervolg.

 

Vanaf het begin vindt de begeleiding plaats in het vertrouwen dat de Ene zelf de begeleider wil zijn.

 

De weg: struikelblokken en hulpbronnen, oefeningen en werkvormen

 

Begeleiding op de geestelijke weg is gericht op het je bewust worden van Gods werking in je bestaan en leren verstaan waartoe jij op die weg wordt uitgenodigd en geroepen. In de begeleiding gaat het uitdrukkelijk niet om 'het oplossen van (levens)problemen'. 

 

In het begeleidingsproces kun je wel struikelblokken op het spoor komen, dingen in je leven die je afleiden van de kern, die je bij God en je eigen roeping vandaan houden. De begeleiding is er op gericht om niet weg te vluchten van die struikelblokken, maar om die juist onder ogen te zien en te verkennen, om jezelf te leren aanvaarden vanuit de onvoorwaardelijke liefde van de Eeuwige. Juist vanuit die zelfaanvaarding groeit het vermogen om ook de ander te aanvaarden zoals hij of zij is. Juist als je bij jezelf geweest bent, kun je ook bij de ander zijn. Kenmerkende elementen van de beweging op de geestelijke weg zijn:

 

- leren staan in de ruimte van aanvaarding, van onvoorwaardelijke liefde,

- van binnenuit leren luisteren naar jezelf, naar de ander en naar God,

- ontvankelijk worden voor nieuw leven, voor wat je gegeven wordt, voor wat er groeit.

 

Wat wij als mensen kunnen doen is: met lege handen leren leven, ons afkeren van alles wat ons leven vol maakt van onszelf en leeg van de Ene. Oefenen om onbekommerd met lege handen te staan, verlangend naar wat ons gegeven wil worden. Dat kan je vrij maken om in contact te raken met de bronnen in jezelf, zodat je ziel God gaat weerspiegelen.

 

In de geestelijke begeleiding kun je zo ook hulpbronnen op het spoor komen. De gesprekken - en de inbedding in de traditie van grote geestelijke voorgangers - kunnen je helpen om oog en oor te krijgen voor de sporen en gaven van God in je bestaan. Er zijn ook allerlei oefeningen en werkvormen die daarbij kunnen helpen:

 

- het bijhouden van een dagboek,

- het schrijven van een brief of een reflectie voor of na een begeleidingsgesprek,

- het schrijven van een geestelijke autobiografie

  (hoe is je leven gegaan en waar en hoe ervoer je daarin Gods werkzaamheid),

- aandacht geven aan 'ruimte voor God' in je leven

  (stilte, meditatie, gebed, bijbellezen, lectio divina, wandelen, zingen, schilderen, ...).

 

Die hulpbronnen nemen de struikelblokken niet zomaar weg. De geestelijke weg lijkt op een wenteltrap. Het is een spiraalbeweging, waarbij je steeds weer langs dezelfde (kwetsbare) punten komt. Maar in iedere omgang kan er ook voortgang zijn, verruiming en verdieping van je leven.

 

De oogst: worden wie je wezenlijk bent

 

Het proces van de geestelijke weg - met alle mogelijke struikelblokken en hulpbronnen - is steeds gericht op de ene beweging van angstige zelfbetrokkenheid naar innerlijke vrijheid: met lege handen leren leven, mijn bezorgde ikje loslaten en me toevertrouwen aan de onvoorwaardelijke liefde, ontdekken dat mijn leven niet draait om mijzelf, maar om de oneindige rijkdom van de Levende. En juist in dat loslaten van mijn ik kom ik tot mijn diepste bestemming, word ik wie ik wezenlijk mag zijn. Dit proces vraagt om een voortdurende onderscheiding van wat mij beweegt: mijn eigen verlangens die mij verscheuren en opjagen of Gods verlangen in mij dat mij één en heel maakt en tot mijn bestemming brengt.

 

Het wonderlijke is, dat in het licht van de geestelijke weg onze zwakheid juist onze kracht blijkt te zijn. Stel je maar voor: dat ene waar je steeds tegen aanloopt, wat je uit de weg gaat, waar je geen raad mee weet, die donkere kant van jouw bestaan. Juist als je die onder ogen durft te zien en naar het licht toekeert, is er genezing mogelijk. Dan ontdek je dat juist daar het geheim van God te vinden is, in de scheuren van je bestaan. En dan kun je ontdekken, dat daarin ook je kracht verscholen ligt - juist in die zwakke plek van je eigen ik - en dat van daaruit de Bron in je leven kan gaan stromen.